Tussen 1994 en 2006 maakte ik regelmatig lange trektochten door rauwe berggebieden in Schotland, Noorwegen, Zweden en IJsland. Tijdens die tochten was ik afgesloten van de beschaafde wereld en volledig op mezelf aangewezen, in een vanzelfsprekende stilte. Ik dronk uit riviertjes, nam voedsel voor drie weken mee, een benzinebrander, een tent en stafkaarten. Ik ging op in het ritme van lopen, eten, slapen, met in mijn hoofd een lucide leegte. Bij terugkomst was ik steevast sterk vermagerd, maar geladen met beelden uit de absolute wildernis. Ik probeerde die toestand vast te leggen op het doek. Vaak kwam ik uit op lege of volledig weggeschilderde schilderijen. Nu, vier jaar na mijn laatste tocht, besef ik dat het niet de leegte is die ik wil schilderen, maar de fysieke staat waarin je verkeert als je in de bergen bent. Gedurende het maken van een schilderij, een uur of twee uur lang, wordt mijn bewustzijn gestuurd door een mix van opperste concentratie en volledige ontspanning. Ik neem de gedaante van de loper in mij aan en behoud de intellectuele afstand die nodig is om een schilderij te kunnen maken. Tegelijkertijd sluit ik me af van de buitenwereld. Ik reflecteer niet op de actualiteit, geef geen commentaar, wil niet vernieuwen, zoek bewust het isolement op. Zo kom ik tot helder werk, niet vervuild door beelden uit de op hol geslagen maatschappij. Ik graaf diep in mijn eigen lichaam en laat puur schilderend mijn denken samenvallen met mijn handelen. In die zin zijn de schilderijen te beschouwen als fysieke dagboeknotities die perfect de situatie weergeven waarin ik me op het moment van maken bevind.
Raymond Cuijpers (1973)
www.xs4all.nl/~kick
Begin jaren negentig leek Raymond Cuijpers (1973) op weg naar een carrière als profvoetballer bij Roda JC, tegelijkertijd studeerde hij aan de kunstacademie in Maastricht. Hij pendelde voortdurend tussen de fysieke wereld van het voetbal en het losse leven van een jonge kunstenaar. Uiteindelijk kwam het mede door een blessure niet tot een doorbraak als voetballer en legde hij zich toe op de kunst. In 1996 trok Cuijpers naar Amsterdam om te gaan studeren aan de Rijksakademie. Hij had tentoonstellingen in onder meer Witte de With, het Bonnefantenmuseum, Stadsgalerij Heerlen, Kunsthal Rotterdam, in de Berlijnse Galerie Paula Böttcher en in diverse tentoonstellingsruimtes/musea in Amsterdam, München, Neurenberg, Wenen en Hamburg. In 2000 publiceerde hij het experimentele boek Wat Denk Je Als je Duits Spreekt en in 2004 verscheen zijn eerste roman Kunstenaar op Kaalheide, een autobiografisch relaas over zijn dubbelleven. De voetballer is nooit uit de kunstenaar Cuijpers verdwenen. In Amsterdam speelde hij tien jaar lang voor de volksclub Zeeburgia, waar hij na een nieuwe blessure trainer werd.